Economische situatie Hongaarse laagvlakte steeds zwakker

Vrijdag 5 december 2008 - Volgens de Népszabadság zijn de zuidelijke provincies van de Hongaarse laagvlakte economisch steeds verder weg aan het zakken. De laagvlakte heeft sinds 1994 te maken met een verdere relatieve instorting van het BNP ten opzichte van het Hongaars gemiddelde en het EU gemiddelde.

Tussen 1989 en 1993 liep het Hongaarse bruto nationaal product (BNP) zo sterk terug, dat dit alleen was te vergelijken met de economische crisis van de jaren '30 van de vorige eeuw.

Vanaf 1994 is naast Budapest alleen in Komárom-Esztergom, Gy?r-Moson-Sopron en in de provincie Pest de situatie verbetert. Alle andere 16 provincies bleven achter bij het nationaal gemiddelde. Onder deze provincies valt met name de instorting van de zuidelijke laagvlakte op. De provincie Csongrád (rond Szeged) bleef in 1994 zes procent achter bij het nationaal gemiddelde, in 2005 was dit al opgelopen tot 24 procent achterstand.

In dezelfde periode zakte de provincie Békés van de 12e naar de 18e plaats in de ranglijst.

Het probleem wordt veroorzaakt door het ontbreken van bedrijven die kunnen concurreren op de wereldmarkt. Om de situatie de verbeteren is de regio afhankelijk van haar eigen kracht. Hulp zal niet komen vanuit Budapest of Brussel, de regio's zullen zich moeten inzetten op het versterken van haar economie. In het gebied zijn drie steden die een kans hebben op aansluiting op de internationale economie. Ten eerste is dat  Kecskemét vanwege haar ligging nabij Budapest en de toekomstige vestiging van een productielocatie van Mercedes-Benz. Daarnaast kunnen Debrecen en Szeged profiteren vanwege hun kennis op universitair gebied.

>>>> Auteur: Allard Wiersma