Ontkenning Holocaust in Hongarije nu strafbaar

Woensdag 10 maart 2010 - Het ontkennen of bagatelliseren van de holocaust wordt in Hongarije nu strafbaar met een gevangenisstraf tot drie jaar. De Hongaarse president László Sólyom heeft vandaag de nieuwe wet ondertekend. Ferenc Kumin, woordvoerder van de president, zei dat de president vindt dat deze wet niet in strijd is met het grondwettelijke recht op vrijheid van meningsuiting. Volgens Kumin heeft Het Constitutionele Hof in 2000 al een besluit genomen over wanneer er wel en wanneer er geen strafbaar feit wordt gepleegd en er zijn uitzonderingen om nationale en totalitaire symbolen te mogen gebruiken, mits er een poltieke noodzaak is en het niet aanzet tot haat. Daarom beperkt deze nieuwe wet de wetsregels voor vrijheid van meningsuiting geenzins. De nieuwe wet treedt op 1 april dit jaar in werking.
Ferenc Kumin voegde er nog aan toe dat het volgens de president niet gepast zou zijn als deze wet door de regering in de verkiezingscampagne zou zijn meegenomen. Zo'n campagneperiode is niet geschikt voor een nuchtere en zuivere discussie, aldus de president.

De nieuwe wetgeving, geïnitieerd door Attila Mesterházy, kandidaat-premier voor de regerende Hongaarse Socialistische Partij, werd op 22 februari al goedgekeurd door het parlement tijdens de laatste wetgevende zitting voor de algemene verkiezingen in april.
De centrum-rechtse oppositiepartij Fidesz onthield zich die dag van stemming toen de socialisten hun motie om de wet verder uit te breiden met een wetsvoorstel waarin ook misdaden tegen de menselijkheid in naam van het communisme en socialisme tussen 1948-1989 zouden kunnen worden bestraf, niet in de wet wilden opnemen. De oppositiepartij had eerder al bezwaren uitgesproken wat betreft deze nieuwe wetgeving.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn volgens schattingen 450.000 tot 500.000 joodse Hongaren omgekomen, waarvan het grootste deel door de Hongaarse Pijlkruizers in samenwerking met de Duitse nazi's in de laatste oorlogsmaanden is weggevoerd. Op de foto is het monument, gemaakt door Gyula Pauer, te zien dat in 2005 aan de oever van de Donau aan de Pestzijde, niet ver van de Lánchíd, is geplaatst. Dit momument herinnert niet alleen aan de joden die zijn weggevoerd, maar vooral aan de velen die in Boedapest zelf door Hongaarse Pijlkruizers en medeburgers zijn doodgeschoten aan de Donau of levend vastgebonden vanaf de wal of vanaf bruggen het water in zijn gegooid.