Werk en brood, dat willen we!
Maandag 13 februari 2012 - Maandagochtend kwamen de Hongaren die meeliepen in de 'Hongermars', na een week lopen door de ijzige kou aan in de buitenwijken van Boedapest waarna ze doorliepen tot aan het parlementsgebouw. De voettocht voor 'Werk en Brood' begon in de stad Miskolc, provincie Borsod. Per dag werd ongeveer 25 kilometer gelopen.
De hongermars was een initiatief van de 44-jarige werloze Imre Tóth uit Miskolc. Samen met anderen, zoals Imre Komjáthi uit het noordelijker gelegen Edelény, organiseerden ze de mars en riepen ze via facebook op om mee te lopen. Rond de vijftig bewoners uit de provincie Borsod meldden zich daarvoor aan. Gedurende de week sloten zich meer en meer mensen aan. Niet alleen werlozen liepen mee, maar ook gepensioneerden en werkenden met lage inkomens. Van verschillende politieke oppositiepartijen nam een aantal politici ook deel aan de tocht. De voorzitter van de Fidesz partij in Miskolc denkt dan ook dat de mars georganiseerd is door die oppostiepartijen, maar Imre Komjáthi liet op de eerste dag al weten dat niet alleen de regering van Orbán, maar ook de daaraan voorafgaande regeringen verantwoordelijk zijn voor de enorme armoede in het land. En, iedereen mocht zich aansluiten bij de groep, behalve Jobbik aanhangers en politici, aldus Komjáthi.
Niet alleen 'Werk en Brood', zoals de slogan van de mars was, is nodig. Op allerlei terreinen moet er snel iets gebeuren aan de levensomstandigheden van zeer veel arme Hongaren. De provincie Borsod in het noordoosten van het land behoort tot een van de allerarmste provincies. Enig cynisme viel de deelnemers en organisatoren ten deel vanuit regeringszijde. Staatssecretaris voor Binnenlandse Zaken en zelfbestuur András Tállai bood als een 'grappige' geste de deelnemers, die op de derde dag in de stad Mezőkövesd waren aangekomen, een kilo brood aan en een sneeuwschep om te komen helpen sneeuw te ruimen. 'Er is altijd werk en dat moet je aannemen als het je aangeboden wordt', is zijn gedachte. In de zelfde week deed de minister van Economische Zaken György Matolcsy een zeer minachtende uitspraak naar arme Hongaren: '47.000 forint per maand is genoeg om van te leven'. In een reportage van RTL Club, Hongaarstalig, wordt van een paar mensen bekeken wat ze van dat bedrag moeten betalen aan vaste lasten et cetera en dan nog overhouden om boodschappen te doen.
>>>> Matolcsy serint elég a havi 47 ezer forint
>>>> Een videoverslag van de aankomst in Boedapest is te zien op ATV, Hongaarstalig. Burgers van Boedapest ontvangen de mars met applaus, drie van de leiders van de mars mochten binnen in het parlement hun zegje doen.
>>>> TdS