Politie en politiek bekritiseerd voor protesten

Dinsdag 6 februari 2007 - In een 260 pagina's dik rapport van een commissie ingesteld door de regering, zijn de politieke elite en de politie bekritiseerd voor hun rol tijdens de demonstraties tegen de zittende Gyurcsány regering. Op 18 september 2006 braken demonstraties uit na het uitlekken van een geluidsopname waarin minister-president Gyurcsány Ferenc toegaf „'s ochtends, 's middags en 's avonds” te hebben gelogen over de economie om de parlementsverkiezingen in april te winnen.  

„De verantwoordelijkheid ligt bij alle spelers van het Hongaarse politieke toneel, ofschoon in uiteenlopende dimensie en kwaliteit”, aldus het rapport.

De volgende factoren zijn een rechtstreekse oorzaak voor de protesten en/of hebben de protesten niet kunnen beteugelen: 

• De regerende socialistische partij (MSZP) van Gyurcsány, heeft de burger behoorlijk geschoffeerd met haar uitspraken en beloftes.
• De oppositiepartij Fidesz van Orbán Viktor heeft haar verkiezingsnederlagen van 2002 en 2006 nog steeds niet kunnen verwerken.
• President  Solyom László heeft de crisis niet heeft kunnen bezweren.
• De politie trad niet resoluut genoeg op, zeker niet op het moment dat een permanent kamp door de betogers werd ingericht.

Gedurende de winter zijn de betogingen op kleine schaal verder gegaan. Afgelopen vrijdag brak de leiding van de oppostitie nog eigenhandig de omheining rond het parlementsgebouw af om demonstranten weer toegang tot het Kossuth Lajos tér te verschaffen.

Algemeen worden in het voorjaar nieuwe protesten verwacht, met name een datum van 15 maart 2007 wordt genoemd. Op deze dag in 1848 begint de revolutie tegen de Habsburgse overheersing. Deze datum is altijd nog de grootste feestdag in Hongarije.