Verbod Magyar Gárda is logisch
Vrijdag 23 juli 2010 - Eind vorige week was het zelfs nieuws in veel Nederlandse en Vlaamse dagbladen. 'De Hongaarse premier Viktor Orbán streeft naar een verbod van de rechtse radicale Magyar Nemzeti Gárda omdat paramilitaire organisaties zoals de Gárda niet kunnen worden getolereerd'. Orbán zei dat op een persconferentie op 15 juli nadat hij de fractievergadering van de uiterst rechtse partij Jobbik had bijgewoond. De Jobbik partij is nauw gelieerd aan de Gárda en Jobbik's partijleider Gábor Vona vindt dat de Gárda uit de criminele hoek gehaald zou moeten worden. Volgens hem kan de Gárda juist voordeel opleveren bij het bewaken van de door hem zo genoemde 'politieke vrijheidsrechten'.
Maar Orbán vindt dat als het in het kader van de 'Verklaring van Nationale Samenwerking' al niet straffeloos is om kleine diefstal te plegen, het zeker niet mogelijk kan zijn als paramilitairen buiten de wet om handelen. "Het zou niet bijdragen aan onze beschaving als zij zich daaraan kunnen onttrekken", zo zei Orbán. Volgens woordvoerders van Jobbik kijkt hun partij anders naar de politieke ontwikkelingen van de laatste maanden en ook naar de plaats van de Magyar Nemzeti Gárda in de Hongaarse samenleving. Orbán zei na de vergadering met Jobbik dat de meningsverschillen daarover zullen blijven bestaan. Hij nam vorige deel aan de fractievergadering van Jobbik nadat hij een week eerder op uitnodiging ook al bij oppossitiepartij LMP (Lehet Más a Politika) aanwezig was. Jobbik nodigde daarop Orbán uit om ook bij hen een fractievergadering bij te wonen.
Het verbod op de Magyar Nemzeti Gárda staat echter niet op zichzelf. Een dag later hield Orbán een persconferentie over het toekomstige nationale veiligheidsbeleid waarover al wordt gesproken in de 'Verklaring van Nationale Samenwerking'. Die Veklaring heeft voor nogal wat ophef gezorgd, vooral over de wijze waarop die volgens Orbán onder de aandacht van het volk gebracht moet worden. Maar zoals hij de dag ervoor terecht zei: "Als we de kleine misdaad willen gaan bestraffen dan kunnen we een grote wetsovertreder (de Gárda) niet ongemoeid laten". Onderdeel van het nieuwe veiligheidsbeleid is de hervorming van de politie. Volgens Orbán is er een nieuwe strategie met betrekking op de bestrijding van criminaliteit nodig.
Orbán: "Niet zozeer de financiering van de politie vormt daarvoor een belemmering, er moeten nieuwe betrokken personen komen op de diverse posten. Het is voor de nationale veiligheid echter niet genoeg als de werking van de politie wordt verbeterd. Er moet een nieuwe strafwet komen waarvan het doel niet is om zoveel mogelijk misdadigers te beschuldigen maar om gezamenlijk achter de offers die gebracht moeten worden te gaan staan. Juist morele kwesties zoals bijvoorbeeld de corruptie bij de politie moeten worden aangepakt".
Dat de Magyar Nemzeti Gárda wordt verboden is dan ook zeker nodig om zowel de regering als de 'nieuwe hervormde' politie, waarvan gezegd wordt dat sommige agenten lid van de Gárda zijn, als geloofwaardig en moreel onberispelijk te kunnen presenteren. En dat geldt zowel nationaal als internationaal, de buitenlandse pers staat immers steeds op scherp zodra er weer iets sensationeels te melden valt over de Gárda en Jobbik. Afgelopen voorjaar tijdens de Hongaarse verkiezingen lag de nadruk in de media ook al erg op de rechts-extreme kant van Hongarije. Dat de Hongaren hun best doen om die kant te bezweren en in te perken, wordt minder vaak belicht.
| >>>> TdS |