Gyurcsány trekt fel van leer tegen Orbán

Donderdag 4 november 2010 - Dinsdagavond vond in Boedapest de eerste demonstratie tegen het huidige regeringsbeleid plaats. De demonstratie werd georganiseerd door Magyar Demokratikus Charta tegen de plannen van de regering inzake wijzingen in de Grondwet, het deels buitenspel zetten van het Constitutionele Hof en het plan om pensioenpremies van burgers over te hevelen naar de staatskas. Voormalig socialistisch premier Ferenc Gyurcsány liet in een speech voor een aantal duizend demonstranten daarbij flink van zich horen.

Als woordvoerder van het Democratisch Platform beschuldigde hij premier Orbán ervan dat die geld van mensen afpakt, zich gedraagt als een despoot en de Grondwet aantast uit angst om ontmaskerd te worden. Volgens Gyurcsány is Victor Orbán als de aanklachten waar blijken, niet meer geschikt om leider van dit land te zijn. Hongarije heeft nu een regering van dieven, de premier heeft gelogen, bedrogen en gestolen. Dat zijn woorden die trouwens ook vaak te horen zijn van rechterzijde over Gyurcsány zelf en zijn regering van 2002 tot 2010. Niet voor niets heeft de nieuwe regering een tweederde meerderheid kunnen halen bij de verkiezingen.

Over het gebruik van pensioenpremies van burgers om het begrotingstekort te verlagen en uiteindelijk premies onder te brengen in een staatspensioenfonds in plaats van private pensioenfondsen, noemde Gyurcsány het leugenachtig en geniepig dat mensen worden aanmoedigd niet voor zichzelf te zorgen maar dat aan de staat toe te vertrouwen. "Orbán wil geen burgers, maar onderworpen onderdanen. De minister-president bereidt zich voor om iedereen schrik aan te jagen die het niet met hem eens is, dat ze voor hem zullen beven. Orbán wil de ruggegraat van de burgers breken en hij wil de Grondwet veranderen en verzwakken, in de angst dat de koning, pardon de minister-president, ontmaskerd wordt".

"De premier moet voor de mensen gaan staan en hij zal moeten beslissen of hij de verkiezingsbeloften of grondwet schaadt. De democraten hebben geen redenen om te vereren, nee, ze verachten zelfs die politicus die de grondwettelijke rechten wenst op te offeren teneinde zijn programma te realiseren. Orbán verloochent alles waarop hij de afgelopen 20 jaar heeft gezworen". Gyurcsány gaf toe dat hij en de vorige MSZP regering met zekerheid fouten hebben gemaakt en zich in veel vergist hebben: "maar ze hebben nooit gedacht boven de wet te kunnen staan en de grondwet aan te passen aan henzelf. Als democraten waren en zijn we anders – benadrukte hij. Als Nagy Imre nu nog zou leven, dan zou hij Viktor Orbán verachten want hij zou geen democraat maar een despoot in hem zien en hij zou met haat zien hoe vanuit de hoop van 1989 in 2010 een bedrieger is ontstaan".

Het vast zeer uitgekiende en tegelijk erg aangedikte taalgebruik van Gyurcsány zorgde voor veel applaus en regelmatig viel de leuze 'Orbán rot op! te horen. Toch lijkt het erop dat hij, zelf flink onder vuur gelegen te hebben aan het eind van zijn regeerperiode, met ongeveer dezelfde soort van wapens nu naar Orbán staat te schreeuwen. Gyurcsány vindt de acties van het volk in verband met de nieuwe grondwet de komende maanden - meer demonstraties staan op stapel - het belangrijkste, en hij vroeg aan de democraten zoveel mogelijk mensen te overtuigen van het feit dat het volk het laatste woord dient te hebben over de nieuwe Grondwet.  Het volk heeft echter al in april gekozen voor deze regering, dus of het volk nog een laatste woord op gaat eisen is niet heel waarschijnlijk.