Thermaal bad
Zondag 23 juli 2006 - Toen begin jaren negentig de lokale landbouwcoöperatie dichtging, leek Kehida net zo’n lot beschoren als tal van andere kleine dorpen in Hongarije: hoge werkloosheid, leegloop en leegstand. Maar de redding was nabij, onder de grond, waar zich, na IJsland, Europa’s grootste natuurlijke warmwatervoorraad bevindt. Dankzij een steunprogramma van de toenmalige regering bouwde Kehida eind jaren negentig een thermaalbad, dat het aangezicht van het boerendorpje voor altijd heeft veranderd.

Woensdag 12 juli 2006 - Mensen bij ons in het dorp hebben twee Hongaarse komodors, enorme witte honden met een vacht van lange dreadlocks. Deze exemplaren hebben een buitengewoon onverzorgde vacht. Ze lopen altijd luid blaffend mee als je langs hun hek loopt en stinken een uur in de wind. Het ras schijnt ooit met de eerste Hongaren mee uit Azië te zijn gekomen. Vroeger deden ze vooral als herdershonden dienst, tegenwoordig als waakhonden. Dat betekent dat ze, net als veel andere Hongaarse honden, buiten leven. Maar in tegenstelling tot sommige pieterige vuilnisbakkemodelletjes die je soms aan een ketting manmoedig het erf ziet bewaken, is de komodor een hond die buiten moet leven.
Woensdag 5 juli 2006 - De groot vuil ophaaldienst is langs geweest. Eén keer per jaar kun je in Boedapest je oude troep kwijt. Een maand van tevoren krijg je het schema in de bus wanneer ze komen, en twee, drie dagen voor de grote dag verschijnen overal in de straat grote hopen. Veel kartonnen dozen, veel piepschuim en daar tussen alles wat zich in de loop van het jaar aan kapotte meubels, oude manden, stukke tv's en gebroken kinderspeelgoed heeft opgehoopt in huis. Het lijkt een ordeloze stapel rotzooi, maar voor een hele groep mensen is dit jaarlijkse vuilnisspektakel de kern van hun bestaan. Iedere dag is er wel ergens in deze miljoenenstad groot vuil dag, en een heel leger mensen trekt van wijk tot wijk om de hopen te doorzoeken.
Zaterdag 1 juli 2006 - Rob, een van mijn buren, kwam dit jaar in januari in Boedapest aan met het plan om drie jaar in de Hongaarse hoofdstad te blijven werken. "Een prachtige stad" - vertelde hij me, toen hij vorige week even thuis was in Nederland. "Maar,"ging hij verder, "het was winter en bitter koud en ik had in Hongarije allerlei vergunningen nodig om mijn werk daar te legitimeren. Op een dag was het weer eens zover dat er een vergunning gehaald moest worden. Voor het betreffende gebouw stond een lange rij van wachtenden.
Vrijdag 7 juli 2006 - Iedere zondag leunt de buurvrouw in het dorp over ons tuinhek, met een schaaltje met gebak. Bakken doet ze op zaterdag, en als wij er zijn wordt er automatisch wat voor ons meegebakken. Hoewel, ze bakt altijd wat teveel, want je moet immers rekening houden met gasten. Ook krijgen we regelmatig eieren, verse doperwtjes, bramen of frambozen toestopt
Dinsdag 4 juli 2006 - In een Hongaarse bus heb je vaak twee opties om te betalen: je koopt een officieel kaartje of je betaalt de chauffeur de halve prijs, waarvan de vervoersmaatschappij geen cent ziet en hij de verbeteringen aan zijn huis kan financieren. De meeste mensen kiezen, het ligt voor de hand, voor optie twee. De risico's zijn minimaal, zeker sinds de uitvinding van de mobiele telefoon. Busmaatschappijen hebben wel controleurs, maar de chauffeurs houden elkaar ervan op de hoogte waar die controleurs precies zijn. Indien nodig, krijgen de passagiers alsnog een geldig kaartje.
Donderdag 13 juli 2006 - Het lijkt zoiets onschuldigs, de koeienparade die door heel Europa trekt en grote steden opvrolijkt met een stoet aan bonte, vrolijke beelden van koeien. Maar in Boedapest heeft de parade zijn onschuld verloren. Een beeld van een smeltende koe met een enorme ijsstok in haar achterste wist voor een heuse politieke rel weten te zorgen. Het blauwe beest, waarvan de kop is gesmolten en de kont met ijsstok omhoog de lucht insteekt, kreeg een plek pal voor de basiliek in het centrum van Pest. Volgens de organisatoren was het puur onschuldig, maar kerkgangers namen er grote aanstoot aan.
Donderdag 6 juli 2006 - De Hongaarse minister van transport János Kóka wil 28 spoorlijnen (in het totaal 942 kilometer, twaalf procent van het totale net) gaan sluiten als bezuinigingsmaatregel bij de zwaar verlieslijdende Hongaarse spoorwegen. Dat klinkt drastisch en de oppositie spreekt er (uiteraard) schande van. Volgens Fidesz dreigen dorpen daarmee verder in het isolement raken.
Zaterdag 1 juli 2006 - Wist u dat de allereerste Juliana School niet in Nederland maar in 1926 in Boedapest is opgericht? Maar waarom juist in Hongarije? Hoe is dat gekomen?
Dinsdag 30 juni 2006 -