Gepost in Samenleving
Dinsdag 2 februari 2016 - Halverwege de zitting wordt het de Cubaan Joel Q. even te machtig en slaat zijn astma toe. Frummelend met geboeide handen haalt hij een inhalator uit zijn jaszak. Naast hem zit zijn medeaangeklaagde, de Bengali Mohammed R., ingehouden te snikken. Zijn tolk stopt hem een zakdoekje toe om zijn tranen te drogen. Ze zijn met zijn drieën, de verdachten in de kleine, kale zittingskamer in de rechtbank in de Hongaarse stad Szeged. De Cubaan en de twee Bengali worden alle drie ervan beschuldigd dat ze als vluchteling illegaal het hek dat de Hongaars-Servische grens afsluit, zijn gepasseerd.
Lees meer